Wat is een ETF?
ETF staat voor Exchange Traded Fund of beursgenoteerd fonds. In de volksmond wordt het ook wel "tracker" genoemd omdat het een mandje van waarden of index volgt of ‘trackt’. Verneem er meer over via deze speedcast.
Korte geschiedenis
Volgens een rapport van verzamelaar van financiële data Refinitiv zat er nooit eerder zoveel Europees geld in ETF's als op het einde van 2021. Vorig jaar is er naar schatting 161 miljard euro naar de Europese ETF-markt gevloeid, waarmee het totaal geïnvesteerd bedrag boven 1.330 miljard euro piekte. Daarmee zijn ETF's ondertussen een van depopulairste beleggingsactiva geworden bij zowel beleg-het-zelvers als bij institutionele spelers, zoals bijvoorbeeld pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen. Elk jaar worden er wel honderden nieuwe ETF’s gelanceerd. Maar wist je dat de eerste ETF’s uit de vorige eeuw dateren?
Opkomst van passieve indexfondsen
In 1973 lanceerde de Amerikaanse bank Wells Fargo samen met de Amerikaanse Nationale Bank een indexbeleggingsfonds voor institutionele klanten. Twee jaar later lanceerde John Bogle, een legende binnen de fondsenwereld, een indexfonds dat ook toegankelijk was voor de particuliere belegger. Dat fonds volgde de Standard & Poor’s Index. De interesse bleek groot. Maar omdat fondsen heel vaak ingewikkeld, duur en illiquide waren én een minimuminleg vereisten, bleven veel particuliere beleggers aan de kant staan.
Van 1 naar 7.600
Pas in 1990 zag de eerste ETF het licht: de Canadese beursuitbater Toronto Stock Exchange lanceerde een passief, computergestuurd beleggingsfonds dat de Toronto 35 Index Participation Units (TIPs 35) volgde. Drie jaar later bracht vermogensbeheerder State Street Global Investors de eerste Amerikaanse ETF op de markt: S&P 500 Trust ETF.
Van één ETF in 1990 groeide de markt naar 102 ETF’s in 2002, bijna 1.000 eind 2009. Eind 2020 was er, volgens onderzoeksbureau naar consumentengedrag Statista, een aanbod van 7.600 ETF’s.