vr. 11 apr 2025
9:30

- De Europese handel stond in het teken van de zogenaamde “Trump-put”, waardoor zowat de neerwaartse druk op zowat alle activa afnam. De president kocht immers tijd en ruimte om de handelsonderhandeling zijn beloop te laten. De EU stelde de eergisteren aangekondigde tegenmaatregelen tegen de invoer van 25% op de export van staal en aluminium prompt met 90 dagen uit, omdat het wederkerige tarief terugviel van 20% naar de het basistarief van 10%. EC-voorzitter von der Leyen wil onderhandelingen “een kans geven”. China mag (nog?) niet op clementie rekenen, want de tarieven op Chinese import stegen gisteren tot 145%, na een nieuwe heffing van 125%, bovenop een eerdere heffing van 20%.
- De goudprijs steeg ondertussen tot voorbij 3.210 dollar per ounce, wat alweer goed is voor een nieuw record. Dat komt deels door de fors zwakkere Amerikaanse dollar en natuurlijk de blijvend hoge vraag naar veilige havens. Ook de bitcoin herstelde daardoor wat om te noteren rond 80.966 dollar.
- Na forse winst op de Aziatische markten, namen ook de Europese indexen aan het begin van de dag een vliegende start. Uitgelaten én euforisch, niet minder dan dat, maar dat sentiment kalfde doorheen de dag geleidelijk aan af, zodat de Euro Stoxx van zijn initiële 7% winst nog 3,8% overhield bij de slotbel. Wall Street verging het heel wat minder, want de technische terugval zette zich door, zodat de Nasdaq (-4%), Dow Jones (-2,5%) en de S&P (-3,4%) weer dieprood kleurden.
- Azië bleef vannacht heel wat cooler, want Zuid-Korea (-1%), Taiwan (+2%), China (-0,1%), India (+1,65%) en Hongkong (+0,5%) hielden goed stand. Best opvallend, zeker voor China, want laat ons niet vergeten dat de Chinese importtarieven ondertussen 145% bedragen. De enige uitzondering is Japan, dat opnieuw 4% verliest.
- Op de obligatiemarkten bleek het evenwicht eerder tijdelijk van aar te zijn. Er was duidelijk een verminderde behoefte aan onmiddellijke hulp van de Fed, terwijl de kortetermijnrentes zowat overal ter wereld iets ontspanden. Maar ook hier blijft er veel scepsis, zelfs in die mate dat de “Sell US” verkoop opnieuw aan tempo won. Zo bleef de Amerikaanse dollar afglijden tegenover de euro (€1 = $1,1304), ondanks de Amerikaanse langetermijnrentes blijven stijgen. Op 10 jaar staat de teller weer op 4,45%, terwijl de 30-jaarsrente weer op 4,9% noemt. Noem het “dedollarisatie” of een leegloop van het vertrouwen in de VS als financiële burcht; feit is dat de VS wel degelijk in de uitverkoop blijft staan. De grote winnaar lijkt Duitsland te zijn, want de lange termijn rente daalde daar wél.
- In die optiek waren de Amerikaanse inflatiedata gisteren belangrijk. De consumentenprijzen daalden in maart (gelukkig) met 0,1% op maandbasis om 2,4% te stijgen op jaarbasis (of 2,8% als we naar de kerninflatie kijken). Vraag is hoe die inflatiedata zullen evolueren vanaf april, moment waarop de tarieven effectief stegen.
- De economische kalender heeft vandaag weinig om het lijf. We krijgen inzicht in de evolutie van de sentimentsindicator van de universiteit van Michigan, maar die enquête zal afgenomen zijn voor de recente turbulentie. Dan zijn de productenprijzen over maart interessanter. Het VK levert inzicht in de industriële productie en de handelsbalans aan, beide data voor februari, terwijl er speeches van Lagarde (ECB) en Williams (Fed) op de rol staan.
- Veder start het resultatenseizoen over het eerste kwartaal. Op die rol staan dan weer Bank NY Mellon, Blackrock, Fastenal, JP Morgan, Morgan Stanley, Progressive, Wells Fargo, Gerresheimer en Tryg.