di. 25 mrt 2025
9:30

- Terwijl Europa van geen hout pijlen wist te maken (-0,12%), koos Wall Street resoluut voor winst. De S&P500 tikte 1,8% hoger af, terwijl Big Tech en de Magnificent Seven als vanouds groots uitpakten om de Nasdaq 2,3% hoger te duwen. Daarmee wordt het verlies tot dusver in 2025 niet uitgewist, maar toch al gereduceerd tot 2% en 5,8%. Palantir, een nieuw aandeel op het Leaderboard van Investor's Business Daily, viel op met een sprong van bijna 7%. Ook bitcoinspelers presteerden sterk, met 8% winst voor MicroStrategy en AppLovin. De bitcoin zelf veerde even op tot 89.000 dollar, om nadien weer naar 86.562 dollar te dalen. Small caps schitterden eveneens, want de Russell 2000 index steeg met 2,6%.
- De Wall Street Journal voedde de rally met een artikel waarin gemeld werd dat Trump en de zijnen sommige tariefplannen zal intrekken. Dat de man nadien alsnog dreigde met nieuwe tarieven beroerde beleggers niet. Er is een kans dat de meest wilde tariefperiode achter de rug ligt. Alle sectoren van de S&P 500 kleurden groen op de aandelenmarkt (abstractie gemaakt van de minieme daling van de nutsbedrijven). Consumer discretionary, technologie en communicatiediensten primeerden wel op niet-duurzame consumentengoederen. Risk-on, baby!
- In Azië werd de Amerikaanse koophonger niet doorgetrokken, aangezien de meeste indexen licht in het rood eindigden. De technologiezware HS Tech index verloor zelfs 2,2%, terwijl de Chinese beurs 0,1% lager werd gezet. Taiwan won dan waar 0,7%, terwijl Zuid-Korea er 0,6% op achteruit ging. Een portie gemengd, heet dat dan, zonder dat we daar veel rode draad in kunnen brengen.
- Gisteren stond ook bol van PMI-data, die al belangrijke vinger aan de economische pols fungeren. Duitsland, en in mindere mate (de rest van) Europa, ruilden de traditionele fiscale zuinigheid voor fikse uitgavenplannen richting defensie en infrastructuur. Dat straalde in maart al ietwat af op het Duitse vertrouwen, met vooral herstel in de verwerkende nijverheid, terwijl de dienstensector net optimisme verliest. Ook in Europa herstelde de maakindustrie ietwat, maar de totale sentimentsindex verbeterde slechts marginaal van 50,2 naar 50,4 punten. Beter dan een maand eerder, maar recessieterrein niettemin.
- In de VS was de bedrijvigheid in de dienstensector in maart ook sterker dan wat economen hadden verwacht. De index steeg van 49,7 naar 54,3 punten, terwijl op 51,2 punten werd gemikt. Herstel na een zwakke maand, heet dat dan, maar in de maakindustrie ging het van zwak naar zeer pover. De index daalde van 51,6 naar 49,8 punten.
- De economische kalender omvat een inzicht in het Amerikaanse consumentenvertrouwen, aangevuld met de Richmond Fed index, beide voor maart. Duitsland zet daar de belangrijke IFO-business indicator tegenover, zeg maar de grote broer van het Belgische zakelijke vertrouwen over maart. Tot slot is er ook een rentebesluit in Hongarije en Zweedse inflatiecijfers, maar die zullen het Europese sentiment nauwelijks tot niet bepalen.
- Bedrijfsresultaten komen er onder meer van McDormick, Baloise, Bellway, CD Projekt, Kingfisher, Smiths Group, Tag Immobilien, Fountain en Moury Construct.